Donderdag 19 november
De wereld trekt weer eens harder aan mijn jas dan ik zou willen. E-mail hier, werkklusjes daar. De dagen gaan iedere keer zo snel. Voor mij werkt het dan het allerbeste als ik me ga voorstellen dat ik in mijn eigen coconnetje zit.
Echt letterlijk visualiseren dat ik zit te schrijven. Maar daarbij mag ik ook de wereld om me heen laten weten dat dat het geval is. Thuis krijg ik vol de ruimte, daar ligt het niet aan. Ik maak als het ware een afspraak met mezelf en de buitenwereld. Meer voor mezelf, dat is wel duidelijk. Dat is een soort permissie heb om geen aandacht meer aan de anderen te hoeven schenken. Dat ik het voor mezelf toesta dat ik ze even loslaat
Het is voor mij altijd wel even inkomen om weer de draai van het schrijven aan een boek op te pakken. Een vast ritme pakken vind ik lastig. Het gaat er bij mij om dat ik ruimte maak. En dan niet iedere dag zoveel uur, maar gewoon de ruimte pakken als die er is, en net als nu een paar dagen de deur dicht.
Vrijdag 20 november
Gunst zeg, wat is die duikplank hoog! Nee, ik sta niet in het zwembad, maar ik neem wel een flinke duik, een pittig stuk van mijn leven in. Ik merk dat ik serieus hoogtevrees heb. Wat ga ik tegenkomen? Raar toch he, om met je volle bewustzijn een pijnstuk van je leven aan te gaan. Zijn we niet geweldig getraind om die maar te omzeilen, om die maar niet aan te gaan?Het begin van het boek is vooralsnog lekker veilig, lekker algemeen. Maar ik weet wel dat het steviger gaat worden. Ik merk dat ik nog maar eens een kop thee in ga schenken. Uitstelgedrag.
Ogen dicht, mijn vingers houden mijn neus dicht …. Steeds dichter naar de rand en dan toch maar loslaten en er in duiken. Ik heb immers mijn zwemdiploma C, dan moet het toch wel goed gaan?!
Zaterdag 21 november
Zo duidelijk in het plaatje van toen terug kunnen stappen. Letterlijk weer de wachtkamer in het ziekenhuis zien. De echo’s, mijn eitje zien groeien. Kan je toch zien hoe je dat allemaal opslaat. Hoe het een print achterlaat in je herinneringen. Voor mijn gevoel schrijf ik nog van op afstand. Ik ben gewend om bij het schrijven van mijn boeken eerst maar alles op te schrijven, gewoon laten stromen wat er is. Later wordt het finetunen, schrappen en toevoegen. Nu gewoon neerzetten wat er naar boven komt, nog geen vorm zoeken, maar het wegschrijven op papier. Ik stap in mijn teksten over van mijn verplichte rondjes vrijen met mijn partner, naar de eerste hormoonspuit in mijn been. Het voelt raar, maar vooralsnog ook wel goed eigenlijk.